Aansprakelijkheid speeltoestellen (1)

Zorgplicht centra en verenigingen

Op een vereniging of centra als eigenaar van een sportaccommodatie (verder ‘eigenaar’ te noemen) rust een bepaalde zorgplicht jegens eenieder die van de sportaccommodatie gebruik maakt of die op het sportcomplex aanwezig is. Dit houdt in dat de (sport)omstandigheden op de sportaccommodatie dusdanig dienen te zijn dat zij de veiligheid, gezondheid en het welzijn van zowel spelers, vrijwilligers en bezoekers waarborgen.

Indien een eigenaar een bepaalde situatie in het leven roept en laat voortbestaan die gevaarlijk kan zijn voor iemand die niet oplet of die onvoorzichtig is, moet de eigenaar bepaalde veiligheidsmaatregelen treffen. Als een eigenaar zijn zorgplicht niet in acht neemt kan dat tot aansprakelijkheid leiden. Het is dus essentieel dat de eigenaar goed te rade gaat of hij in een bepaalde situatie gehouden is veiligheidsmaatregelen te treffen.

De volgende omstandigheden zijn hierbij van belang:

  • De mate van waarschijnlijkheid dat de onoplettendheid en de onvoorzichtigheid kan worden verwacht. Daarbij is onoplettend en onvoorzichtig gedrag van kinderen veel waarschijnlijker dan van volwassenen;
  • De grootte van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan;
  • De ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben;
  • De mate van bezwaarlijkheid voor het treffen van maatregelen.

Sommige risico’s zijn onvermijdelijk. Bij een turnwedstrijd bijvoorbeeld of bij een motorcrosswedstrijd is de kans op een valpartij zeer reëel en niet altijd te vermijden. De aanbieder dient in die situaties maatregelen te treffen om de gevolgen van een dergelijke val te voorkomen: de aanbieder dient ervoor te zorgen dat een turner op een goede mat terecht komt en dat de motorrijder tijdens de valpartij niet tegen een hard obstakel aan botst.

In een aantal uitspraken heeft de Hoge Raad aangegeven dat een eigenaar onder meer dient te zorgen voor:

  • Voldoende opgeleid personeel, zoals trainers. De trainer dient ook een bepaalde zorgvuldigheid in acht te nemen. Een jeugdtrainer mag de kinderen geen oefeningen laten doen die tot gevaarlijke of onverantwoorde situaties kunnen leiden. Denk aan een oefening tijdens de training waarbij het ballenkanon veel te dicht bij de kinderen is geplaatst. Ook moet de trainer ingrijpen op het moment dat de kinderen de instructies niet correct opvolgen en er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
  • Deugdelijk en voldoende materiaal. Bij een aanbieder valt te denken aan de staat van de tennis en/of padelbanen of constructieveiligheid van de kooi en de staat van de lichtmasten.
  • Voldoende vrijwilligers. Dit vereiste is onder meer van belang bij sporten waarbij een speler lijfelijk dient te worden geassisteerd bij de uitoefening, zoals bijvoorbeeld het geval is bij turnen.

Collectieve ongevallenverzekering

Via de KNLTB is een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor alle leden van de KNLTB. Daarbij geldt dan vaak wel dat verenigingen of aanbieders moeten kunnen aantonen dat er een zekere mate van inspanning is geleverd om tot goede en veilige (sport)omstandigheden te komen. Een vergunning of certificaat dat aantoont aan bepaalde wettelijke vereisten of normering te voldoen biedt daarvoor meestal voldoende waarborg. Een ongevallenverzekering keert een éénmalige som geld uit aan leden van de vereniging in het geval dat een ongeval bij de verzekerde rechtstreeks de dood, blijvende invaliditeit of tandheelkundige behandeling tot gevolg heeft. 

Aansprakelijkheid aanbieder

Als aanbieder kun je aansprakelijk zijn voor bezoekers van het sportcomplex. Denk hierbij bijvoorbeeld aan losliggende tegels op het sportcomplex of gladde vloeren in de kantine waardoor iemand ten val komt en zijn heup breekt. Ook als een hek omvalt, een speeltoestel niet goed is onderhouden en een tribune instort en personen hierbij letsel oplopen of geparkeerde auto’s beschadigd raken, wordt de aanbieder aansprakelijk gesteld. Aansprakelijkheid voor eigendom van de vereniging kan onderverdeeld worden in roerende zaken en onroerende zaken.

Roerende zaken

Roerende zaken zijn alle goederen die verplaatst kunnen worden. Bijvoorbeeld hekken, voertuigen, gereedschap, etc. Op grond van de wet is een eigenaar aansprakelijk voor gebrekkige zaken. Dit is het geval als de roerende zaak, doordat het niet voldoet aan de eisen die eraan mogen worden gesteld, een bijzonder gevaar voor personen of zaken oplevert. Dit is bijvoorbeeld zo wanneer de deur van de kantine bij het openen uit de sponning valt en op een bezoeker terecht komt. Tegenover de partij die de schade oploopt maakt het niet uit of je als sportvereniging kennis had van de gebrekkige zaak of niet. Voor een verzekeraar is dit uiteraard wel van belang; die zal in de polisvoorwaarden opnemen dat gebrekkige zaken direct gerepareerd dienen te worden en niet mogen worden gebruikt.

Onroerende zaken

Onroerende zaken zijn onder andere wegen, terreinen, gebouwen en zaken die duurzaam met de grond verbonden zijn, zoals een trap, lichtmast, vaste tribune, afrastering of overkapping. Op grond van de wet is een eigenaar aansprakelijk voor een gebrek aan een onroerende zaak en/of de opstallen op die onroerende zaak. De eisen die aan een voor het publiek toegankelijke ruimte, zoals bijvoorbeeld een sportterrein, worden gesteld, zijn hoger dan de eisen voor bijvoorbeeld je eigen achtertuin. Het maakt dus zeker uit of een supporter bij jou thuis struikelt over een losse tegel, of dat dit op de vereniging gebeurt. In het eerste geval zal jij niet zo snel aansprakelijk zijn, in het tweede geval is de aanbieder wel aansprakelijk.

Periodiek onderhoud bouwwerken en sportfaciliteiten

Wij raden aan alleen een bouwwerk te plaatsen wanneer wordt voldaan aan alle wettelijke vereisten. Daarnaast kan het zo zijn dat de gemeente voorschrijft dat er bijvoorbeeld een aanlegvergunning of een bouwvergunning moet worden aangevraagd. De aanbieder kan hierover het beste contact opnemen met de gemeente. Het plaatsen van een tekst waarin wordt aangegeven dat het gebruik van het bouwwerk op eigen risico gebeurt is goed, maar het ontslaat de aanbieder niet van het voldoen aan de zorgplicht en mogelijke aansprakelijkheid.

Om te zorgen dat de aanbieder zo min mogelijk risico loopt is het van belang om periodiek onderhoud in te plannen. Voordat een aanbieder kan overgaan tot het aanleggen van tennis- en/of padelbanen of het vervangen van de lichtmasten is in de meeste gevallen een vergunning en/of certificaat nodig. Voor de aanleg van sportvoorzieningen zoals tennis- en padelbanen zijn daarom, naast eventueel noodzakelijke vergunningen, integrale afspraken gemaakt (door markt, overheid en sport) met betrekking tot (verplichte) certificering van sportvoorzieningen (banen) om tot bekende en algemeen geaccepteerde sportkwaliteit en sportveiligheid te komen en daarmee eigenaren te ondersteunen en beschermen tegen eventuele aansprakelijkheidsrisico’s.

Na het verkrijgen van een vergunning en/of certificaat is er in de praktijk geen controle meer op de kwaliteit van de bouwwerken of sportfaciliteiten (banen) gedurende de levensduur. De zorg hiervoor valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar, bijvoorbeeld de vereniging of centra. Dit vraagt dus voldoende aandacht voor het onderhoud en beheer van de sportvoorzieningen op het park. Als aanbieder kun je werken met een meerjarenonderhoudsplan waarin je alle zaken opneemt die periodiek onderhoud nodig hebben. Mocht je hierover meer informatie willen kun je altijd contact opnemen met de accountmanager uit jouw regio.