202203126FvL Sportsnap KNLTB Foto impressie NK Sen De Rhijenhof hal 2

KNLTB Hallenplan; ‘together we achieve more’

De tennissport kan niet zonder indoorlocaties. In de winter, met kou, regen en wind, is het buiten toch minder prettig op de baan voor vooral jeugdspelers en leraren. Om met plezier te tennissen en goede vaardigheden te ontwikkelen is trainen en wedstrijden spelen ook binnen nodig. Maar het aantal indoor-tennislocaties in Nederland staat onder druk. Om die reden riep de KNLTB in 2022 het KNLTB Hallenplan in het leven. Sportcentrum Leeuwenbergh in Den Haag doet mee aan het plan met vier door een luchthal overdekte banen en is heel enthousiast.

Hetzelfde doel

Het KNLTB Hallenplan is in basis eenvoudig. De bond staat garant voor de huur van een bepaald aantal tennisbanen en de uitbater van een centrum of een vereniging zorgt,  in nauwe samenwerking met de KNLTB, voor de organisatie van de toernooien om zoveel mogelijk mensen op de banen te krijgen. Met alle positieve gevolgen van dien. Het maakt het voor centra interessanter om de tennisbanen te behouden en niet over te stappen naar andere activiteiten. Want daar wringt de schoen. Indoor-tennisbanen zijn lang niet altijd commercieel interessant. 

Sportcentrum Leeuwenbergh, waar met Padelcentrum Leeuwenbergh en LTV Leeuwenbergh twee verenigingen gevestigd zijn, is dus onderdeel van het Hallenplan met een luchthal over vier hardcourtbanen. In totaal beschikt het centrum over maar liefst 18 tennisbanen en 11 padelbanen. De meest recente, vier hardcourtbanen, werden in de zomer van 2024 gerealiseerd. “Ik had al vaker gezegd; we moeten ook hardcourt hebben”, aldus Gerard van Hellemondt, mede-eigenaar van het Centrum. “En toen het er lag, moest er veel gespeeld worden, het gehele jaar, ook door jeugd. Dus kozen we voor een luchthal. In gesprek met de KNLTB bleek vervolgens dat zij met het Hallenplan hetzelfde doel hadden.”

‘Together we achieve more’

De keuze voor hardcourt, een ondergrond die ook internationaal veel bespeeld wordt, is in het geval van Leeuwenbergh niet onlogisch. De banen van het sportcentrum worden ook gebruikt door Tennisinstituut T.I.K., dat veel getalenteerde jeugdspelers traint en ook potentiële topspelers opleidt en begeleidt. De banen en de luchthal zouden er sowieso komen. Dat de KNLTB vervolgens een plan heeft om de bezetting van indoorbanen op te schroeven en te waarborgen, was een perfect fit, zoals Van Hellemondt het zelf omschrijft.

Vervolgens staat of valt de concrete invulling van het plan met duidelijke afspraken en goede samenwerking met de bond. “En daarin moet je natuurlijk niet te moeilijk doen”, benadrukt Van Hellemondt. “We maken een afspraak over zestien toernooien en evenementen en daar gaan wij iets moois van maken, alles erop en eraan. Wij kijken zeker niet op een uurtje extra werk hier en daar. Together we achieve more. Zo zien wij dat. Natuurlijk doet de KNLTB een behoorlijke investering, maar door ons ondernemerschap proberen we de kosten voor de bond acceptabel te houden. De afspraak die wij uiteindelijk hebben gemaakt met de KNLTB, daarmee kunnen we de toernooiorganisatie en alles wat erbij komt kijken, prima doen.” En dan is er dus zestien weken lang gegarandeerd baanbezetting en veel reuring op de vereniging, met alle positieve gevolgen van dien. “Door deze samenwerking zitten wij qua baanbezetting structureel 20 procent hoger dan anders.”

Alles erop en eraan

En dan is er nog de luchthal. Leeuwenbergh wilde de luchthal sowieso hebben maar als je banen wil overdekken met een luchthal, is ook dat een investering die je moet doen. Wel één die zich, ondanks bijkomende extra energiekosten, uiteindelijk terugbetaalt, zo geeft de KNLTB aan. Bovendien zijn de totale investering en de jaarlijkse exploitatiekosten gemiddeld genomen goed te overzien.

“Wij hebben voor de hal over vier banen uiteindelijk 3,5 ton betaald”, aldus Van Hellemondt. “Dat is dan wel een luchthal met alles erop en eraan. Met bijvoorbeeld dubbele isolatie, naast de standaard verlichting ook wedstrijdverlichting en een betonnen wand waarop de hal staat. En in technische zin state-of-the-art, waardoor we alle technische gegevens van de hal op elk moment van de dag kunnen monitoren. Isolatie, gasverbruik, luchtdruk, vochtregulatie, we weten er inmiddels alles van.”

Draagvlak sleutelwoord

Wil je de luchthal feitelijk gaan neerzetten, dan heb je een omgevingsvergunning nodig en moet je dus in gesprek met de gemeente. “Je begint een traject met een visie en een beleidsplan – hoe wil je het precies aanpakken? Daarna is vooral ‘draagvlak’ het sleutelwoord. Op de vereniging, maar ook daarbuiten, ook in overleg met bijvoorbeeld de gemeente. In welke behoeften van tennissers en potentiële tennissers in de omgeving voorzie je met een luchthal en wat heb je verder te bieden? Welke andere doelgroepen zouden eventueel gebruik kunnen maken van de hal en in welke maatschappelijke behoefte zou je eventueel kunnen voorzien? Het traject van vergunningaanvraag kan best lastig zijn, maar ik zeg; neem vooral contact op met de KNLTB, zij kunnen je goed helpen. Wij hebben binnen het plan ook veel contact met de KNLTB en dat gaat heel goed. Ze zijn altijd bereikbaar en het is makkelijk overleggen.”

Tegen clubs en centra die twijfelen over deelname of investering in een luchthal, is Van Hellemondt duidelijk. “Het levert je niet alleen financieel iets op, maar met overdekte baancapaciteit heb je ook continuïteit in je aanbod en je biedt spelers extra faciliteiten. Verder hebben de leraren in de winter een dak boven hun hoofd en gaan de lessen altijd door. Het is een win-win-situatie, aan alle kanten.”

Heb jij vragen over het KNLTB Hallenplan of wil je jouw hal aanmelden voor het volgende seizoen klik dan hier. Wil je de mogelijkheden van een luchthal bespreken, neem dan contact op met de Accountmanager in jouw regio.