In navolging van het Nationaal Sportakkoord zijn door het hele land tal van lokale sportakkoorden gesloten om sport in de gemeente een nieuwe impuls te geven. Deze akkoorden zitten vol ambities om de sport te versterken. Toch voelen deze mooie plannen en oproepen tot meer samenwerking voor veel verenigingen nog als abstract en ver weg. Dat hoeft niet, meent KNLTB-ledenraadslid Hannie Stolwijk. In de gemeente Krimpenerwaard is zij de spil in een samenwerking tussen tien tennisverenigingen die met het lokale sportakkoord in de hand gezamenlijk optrekken. “Sportakkoorden brengen juist een ongelofelijke positieve uitkomst voor tennisverenigingen.”
Al voor het Sportakkoord van Krimpenerwaard werd ondertekend, werkten de tien tennisverenigingen in die gemeente nauw samen. Dat was ingegeven door een herstructurering van elf gemeenten tot de gemeente Krimpenerwaard in 2015. Het sportbeleid van deze nieuwe gemeente moest daarbij ook worden geharmoniseerd.
Voor de tennisverenigingen betekende dit dat ze allemaal onder dezelfde voorwaarden zouden moeten worden verzelfstandigd. De gemeente had een extern bureau ingehuurd om dit proces te begeleiden, maar al snel bleek dat de belangen van tennis niet goed werden vertegenwoordigd. “De gemeente had in de sportnota tennis omschreven als een sport die zichzelf goed kan onderhouden en ook niet voor enige financiële steun in aanmerkingen zou komen”, zegt Stolwijk.
Tien verenigingen, één coöperatie
Daarop stapten de tien verenigingen samen naar de KNLTB Accountmanager om advies in te winnen voor een gezamenlijk tegenvoorstel. “Wij hebben voor een andere insteek gekozen. De gemeente wil iedereen aan het sporten krijgen van jong tot oud en het liefst op loop- of fietsafstand. Toen hebben wij gezegd: wij garanderen tennis in alle woonkernen van de gemeente Krimpenerwaard. Dat hebben we zo goed voor het voetlicht kunnen brengen dat het heeft geleid tot een subsidie voor de komende tien jaar voor vervanging van de toplagen van onze tennisbanen.” Bijzonder daarbij is dat de tien verenigingen een coöperatie hebben opgericht om dat geld van de gemeente te ontvangen en te verdelen. “We wilden serieus genomen worden en daarvoor moesten we als afzonderlijke verenigingen over onze eigen schaduw stappen”, geeft Stolwijk als verklaring.
Inspiratie tijdens eerste bijeenkomst
In dat hele proces was Stolwijk de verbinder tussen de verenigingen en de gemeente. Dat was voor iedereen gemakkelijker en zij vond het leuk om daar wat uren in te steken. Toen het Sportakkoord in de gemeente Krimpenerwaard op de agenda kwam, zag zij gelijk kansen om in te stappen. “Ik geloof daar in, maar je moet wel een lange adem hebben. Als zoiets wordt opgetuigd weet je niet waar je tegenaan loopt. Ik heb toen eerst maar eens bij mijn contacten bij Team Sportservice om concrete voorbeelden gevraagd. Daar kon ik wel wat mee.” Ze moet eerlijk toegeven dat de omschrijving van de pijlers waar zowel het nationale als het lokale sportakkoorden op zijn gebouwd, niet direct houvast boden. De eerste bijeenkomst van de gemeente Krimpenerwaard gaf meer inspiratie. “Bij die aftrap waren ongeveer tachtig verenigingen aanwezig. Dat was echt een fijne energierijke aftrap. Daar kreeg je echt het gevoel van: hier moeten we wat mee doen.”
Krimpenerwaard Cup
De tien tennisverenigingen kwamen toen met het idee om een gezamenlijk toernooi te organiseren tussen de verschillende clubs: de Krimpenerwaard Cup. De verenigingen ontvingen vanuit het Sportakkoord duizend euro om dat toernooi te gaan organiseren en bij de ondertekening van het akkoord kreeg die unieke samenwerking nog eens extra aandacht. Alleen gooide het coronavirus roet in het eten, waardoor het toernooi nog even is uitgesteld. “De plannen liggen nu klaar. Zodra we kunnen, gaan we daarmee verder om het op te starten”, zegt Stolwijk. Om toch iets gezamenlijks te doen hadden ze in augustus nog een mini-Krimpenerwaardcup georganiseerd met TV Gouderak, TC Ouderkerk en TC Krimpen.
Stap 2, de Vriendjesmaand
Het gaat wat Stolwijk betreft zeker niet bij die eerste stap blijven. Zij is ondertussen al druk bezig met de voorbereiding van de Vriendjesmaand in april bij de tennisverenigingen. “Wij gebruiken die maand om tennis in alle woonkernen op school te krijgen. Ik heb van alle 10 de verenigingen de toezegging dat ze daar aan mee willen doen. Zij zorgen voor het contact met scholen en dat er tennisleraren op de parken zijn. Gijs Peelen zorgt als KNLTB-accountmanager voor de ballen en de rackets voor die tennislessen. Dit laat wat mij betreft zien dat het sportakkoord een ongelofelijke positieve uitkomst voor tennisverenigingen kan hebben.”
‘Je moet er tijd insteken’
De succesfactor van deze samenwerking is wat Stolwijk betreft enthousiasme om het aan te pakken. Haar actieve houding in de samenwerking speelde daarbij een grote rol. “Iedereen was eerst wat sceptisch over het sportakkoord, maar er zijn voldoende gelegenheden en mogelijkheden om daar op aan te haken. Je moet daar tijd insteken en het gesprek met elkaar aangaan. Ik merkte bij veel bestuurders dat ze dachten: moeten we er weer iets bij doen. Bestuurders hebben het al druk met het besturen van hun club. Dan moet je ze niet bij dit soort lange trajecten betrekken. Het is daarom fijn als je iemand hebt die dat kan uitzoeken en die de kar trekt.”
Wil jij ook weten wat jouw gemeente doet op basis van het lokale sportakkoord en hoe je daar met jouw vereniging een rol in kan spelen? Neem dan contact met de KNLTB Accountmanager in jouw regio.