Tennisleraar

Het verlaagde btw-tarief voor leraren, wanneer wel en wanneer niet?

Kunnen tennis- en padelleraren les aanbieden met het verlaagde btw-tarief van 9 procent? Het was het afgelopen jaar een veelgehoorde vraag, waar niet in elke situatie een helder antwoord op te geven was. Het verlaagde btw-tarief is er onder meer voor ondernemers en organisaties die ‘gelegenheid geven om te sporten’, zoals de Belastingdienst het omschrijft. Het betekent in de praktijk dat leraren niet alleen de les, maar ook een accommodatie, de baan, moeten aanbieden om voor het verlaagde tarief in aanmerking te komen. Maar wanneer is daar sprake van, wanneer voldoet een leraar aan de vereisten? Mede na nauw overleg met de Belastingdienst schept de KNLTB helderheid. 

Niet-symbolische vergoeding 

Vooropgesteld, het verlaagde btw-tarief van 9 procent is er voor ondernemers met winstoogmerk, dus ook voor scholen, -organisaties en -leraren. Instellingen die sport aanbieden en geen winstoogmerk hebben, zoals verenigingen en stichtingen, zijn immers in de meeste gevallen vrijgesteld van btw. Geven leraren les op de eigen banen van een school, dan is het verlaagde btw-tarief sowieso van toepassing, want dan wordt er ‘de gelegenheid gegeven om te sporten’. Zijn er geen eigen banen, dan biedt de leraar alsnog gelegenheid om te sporten als hij/zij de banen huurt van een andere partij, bijvoorbeeld de vereniging. Maar, zo stelt de Belastingdienst, het moet dan wel gaan om een niet-symbolische vergoeding, er moet vanuit de leraar wel echt iets tegenover staan. Wat een niet-symbolische vergoeding precies is, zegt de Belastingdienst niet, maar de definitie van een werkelijke vergoeding blijkt ruim. Een vergoeding hoeft ook niet per sé marktconform te zijn. De KNLTB adviseert echter hier wel enige redelijkheid in te betrachten. Blijf bijvoorbeeld weg van vergoedingen waarvoor geen vereniging bereid zou zijn om banen te verhuren.

Bepalen vergoeding, modelcontracten 

Bij het bepalen van een huurvergoeding kan overigens ook rekening gehouden worden met de voordelen (in natura) die het contracteren van een leraar voor de vereniging biedt. Denk bijvoorbeeld aan de betekenis die de leraar met zijn werk kan hebben voor de groei van het ledenaantal. Dergelijke voordelen kunnen worden gezien als prijsverminderende elementen op de huurvergoeding. De vereniging en de leraar kunnen ook afspreken dat de leraar tegen vergoeding sporttechnische advisering geeft en activiteiten organiseert voor de vereniging. De KNLTB heeft een model 'baanhuurovereenkomst’ en een model ‘overeenkomst van opdracht’ voor zowel scholen als zelfstandige trainers beschikbaar én een modelhuurovereenkomst voor de baanhuur. Deze modellen zijn getoetst door een belastingadviseur en bieden een goed handvat om duidelijke afspraken te maken. De KNLTB adviseert dan ook dit zo veel mogelijk te doen. Daarnaast is er nog een nadere uitleg beschikbaar gesteld door het bedrijf Mazars. De modelcontracten vind je op deze pagina.

Geen 9 procent

Let op! Mogen lesdeelnemers op grond van hun lidmaatschapsrecht al gebruikmaken van de baan, dan geldt op het lesgeld het btw-tarief van 21 procent. Oftewel; hangt een leraar in overleg met de vereniging banen op seizoensbasis af of krijgt de leraar banen van de vereniging in bruikleen om les te geven, dan is dat niet genoeg om het verlaagde btw-tarief van 9 procent te hanteren. Om zo veel als mogelijk zeker te zijn dat het verlaagde tarief terecht wordt gehanteerd, adviseert de KNLTB de richtlijnen van de Belastingdienst te volgen en de genoemde modelovereenkomsten te gebruiken. In afwijkende gevallen is het verstandig 21 procent btw te rekenen. 

In het kort 

Voor vragen en opmerkingen kun je terecht bij juridischezaken@knltb.nl. Voor fiscaalinhoudelijke vragen adviseren wij contact met uw belastingadviseur op te nemen.