“Het is een populaire competitie. We krijgen altijd veel inschrijvingen waardoor ik vaak aan het puzzelen ben.” Lisette Hetzler, voorzitter van de jeugdcommissie van L.T.V. Flehite, coördineert al zes jaar de zondagochtendcompetitie voor Rood, Oranje en Groen. De Amersfoortse club heeft het spelplezier hoog in het vaandel staan en veel wedstrijden spelen draagt daar zeker aan bij. Bovendien is het heel goed voor de spelontwikkeling. Vandaar dat de kinderen met de zondagochtendcompetitie een extra speelmoment wordt geboden en met succes!
De kinderen vinden de zondagochtendcompetitie geweldig. Het zorgt elke keer weer voor een leuke ochtend op de club, maar doe je het goed, dan zit er al vanaf de inschrijving veel werk in en vraagt het bijvoorbeeld ook nauwe samenwerking met de trainer. “Ik probeer altijd zoveel mogelijk de vriendjes bij elkaar in te delen, maar ik kijk ook samen met de trainer goed naar wat het niveau is van een kind. Als een kind zich aanmeldt met een vriendje, maar het niveau verschilt behoorlijk, dan komt het toch in een ander team. Ik neem dan wel even contact op met de ouders om het te bespreken. We willen graag gehoor geven aan de wens van het kind, omdat dat het spelplezier bepaalt.”
Kinderen lossen het zelf op
De kinderen en ouders van de club uit Amersfoort zijn allemaal heel enthousiast over hoe Flehite het aanpakt. Niet in de laatste plaats omdat er ook nadrukkelijk aandacht is voor goed gedrag op de baan. Een vast onderdeel van de warming-up is het kort doornemen van de regels en beleefdheidsvormen, zo ook voor de ouders. Hetzler: “Ik leg dan uit dat het de bedoeling is dat de kinderen zelf lastige situaties oplossen. Als een kind een bal uit ziet terwijl deze hartstikke in was en de tegenstander accepteert dat, dan is dat prima. We merken dat in 99 van de 100 gevallen de kinderen er prima uitkomen met zijn tweeën.”
Tikkertje van Jacco Eltingh
En dan is er natuurlijk nog het fysieke gedeelte van de warming-up. Ook daar is goed over nagedacht bij Flehite. Naast de voorbereiding op de wedstrijden, is het de bedoeling dat kinderen van de verschillende teams met elkaar in contact komen. “Eerst stellen zij zichzelf voor, daarna gaan we bewegen. We doen een variant van tikkertje die ik van Jacco Eltingh heb geleerd. De kinderen rennen door elkaar heen totdat ik een cijfer roep. Dan moeten ze groepjes vormen van dat aantal waardoor je dus direct voor elkaar krijgt dat de kinderen gaan mixen. De kinderen komen elkaar meerdere weken tegen, dus dan is het wel zo leuk dat ze elkaar een beetje kennen.”
Vervolgens is het tijd voor tennis. De planning bij Flehite zit zo in elkaar dat de banen tijdens de zondagochtendcompetitie vrijwel continu bezet zijn. “Dat is ook hoe het tijdens toernooien gebeurt, dus dan kunnen ze daar alvast aan wennen. Als er een baan leeg is, ga ik op zoek naar twee andere teams die kunnen spelen. Ik wil zo optimaal mogelijk gebruik maken van alle banen, dus wacht ik niet tot alle wedstrijden klaar zijn voordat ik weer nieuwe teams de baan op stuur.” Aan het einde van de dag worden de uitslagen van de wedstrijden door het systeem verwerkt en komt er een winnaar van de dag uit. Het winnende team mag met een grote beker op de foto. “Dat vinden de kinderen altijd prachtig, helemaal als de foto (met toestemming van de ouders) ook op Instagram komt.”
Knijpers verdienen
Voor de jongste jeugd, in de Rode competitie, is er nog een extra spelelement toegevoegd. De kinderen kunnen met goed spel zo veel mogelijk knijpers verdienen. “De groep wordt verdeeld in twee teams. De kinderen mogen hun team vernoemen naar een tennisspeler. Vaak wordt dat team Haase en team Bertens. We hebben dan 8 miniveldjes gemaakt en sturen voor elk potje iemand van team Haase en iemand van team Bertens de baan op. Na het potje krijgt de winnaar een knijper aan zijn shirt. Zo kunnen de kinderen bijhouden hoeveel potjes ze hebben gewonnen. In de praktijk komt het zelden voor dat een kind geen enkele knijper verdient. Als ze op een gegeven moment steeds meer ervaring krijgen in het spelen van wedstrijdjes verdienen ze steeds meer knijpers. Daardoor zien ze zelf dat ze steeds beter worden.”