Per 1 januari 2019 geldt er een verruiming van sportvrijstelling voor de btw. Daardoor is een investeringssubsidie in het leven geroepen voor amateursportorganisaties. Dit kan grote gevolgen hebben voor jouw sportclub. Ook biedt het kansen voor clubs die tot nu toe geen btw-voordeel hadden.
Om je op weg te helpen en je een beeld te geven van wat de veranderingen voor jouw vereniging kunnen betekenen, hebben we drie casestudies uitgewerkt. Lees hier meer over de nieuwe regeling.
Scenario 1: Jouw club heeft de accommodatie in eigen beheer
De fictieve tennisclub Setpoint heeft de accommodatie in eigen beheer. De club betaalt geen huur en is zelf verantwoordelijk voor sportmateriaal en onderhoud aan de accommodatie. De club wil alle netten vervangen en investeren in zonnepanelen. Tot nu toe moest Setpoint dan die volledige investering inclusief btw zelf ophoesten.
De nieuwe subsidieregeling zorgt ervoor dat deze club een flink voordeel kan behalen. De club kan vanaf 2019 namelijk 20 procent van de investering in accommodatie of sportmateriaal terugkrijgen via subsidie. Wel moet die te verkrijgen subsidie minimaal 5.000 euro bedragen.
Neemt de club energiebesparende maatregelen, zoals in dit geval de zonnepanelen, of maatregelen die de toegankelijkheid voor mensen met een beperking verbeteren, dan kan daarover nog eens een aanvullende subsidie van 15 procent worden aangevraagd.
Rekenvoorbeeld:
Stel de club koopt 16 nieuwe netten van 1.500 euro per stuk en besteedt daaraan dus 24.000 euro. Daarnaast geeft de club 10.000 euro uit aan zonnepanelen. De totale investering voor de club komt dan op 34.000 euro.
Voor de kosten van de nieuwe netten krijgt de club 20 procent van 24.000 = 4.800 euro subsidie. Niet genoeg om de subsidiegrens te bereiken. Maar de investering in zonnepanelen mag bij de kosten van de sportmaterialen worden opgeteld. En over de investering op zonnepanelen ontvangt de club 35 procent van 10.000 = 3.500 euro subsidie. In totaal heeft Setpoint dus een financieel voordeel van liefst 8.300 euro bij deze investeringen.
Scenario 2: Jouw club heeft een accommodatie- of beheersstichting opgericht
De fictieve tennisclub Ace heeft in het verleden een stichting opgericht waarin de accommodatie wordt geƫxploiteerd. De stichting bouwde de nieuwe accommodatie voor de club en kon de btw over de investering verrekenen. De stichting gaf de vereniging vervolgens de gelegenheid om de ruimten te gebruiken. De vereniging betaalde daarvoor een gebruiksvergoeding plus zes procent btw. De accommodatiestichting kon zo de btw terugvragen van alle investeringen.
In de nieuwe situatie draagt de stichting geen btw meer af over diensten en de huur van de accommodatie. De stichting kan daardoor echter ook de betaalde btw over investeringen niet meer terugvragen. Omdat dit nadelig uitpakt voor de betreffende clubs is de nieuwe subsidieregeling in het leven geroepen. De stichting kan nu subsidie aanvragen waardoor de huurprijs voor de vereniging gelijk kan blijven.
Voor investeringen in sportmateriaal en de accommodatie kan tennisclub Ace nu een subsidie van 20 procent aanvragen mits de subsidie in totaal in een kalender jaar hoger is dan 5.000 euro. Hierbij gelden dezelfde voorwaarden als bij scenario 1. Investeren in energiebesparende maatregelen of maatregelen die de toegankelijkheid voor mensen met een beperking verbeteren levert dus een aanvullende subsidie van nog eens 15 procent op. Het gaat hierbij enkel om investeringen in sportmateriaal en de sportaccommodatie. Horeca gerelateerde zaken komen niet in aanmerking voor de regeling.
Scenario 3: Jouw club huurt de accommodatie bij de gemeente of bij een derde
De fictieve tennisclub Matchpoint huurt de accommodatie van de gemeente. De club maakt geen kosten aan beheer en onderhoud van de accommodatie, die zijn voor rekening van de verhuurder. Voor deze club zal er door de nieuwe subsidieregeling waarschijnlijk niet veel veranderen.
Wel kan de club subsidie aanvragen vragen als er een grote investering in sportmaterialen gedaan wordt. Mocht tennisclub Matchpoint toch een gedeelte van het onderhoud aan de accommodatie voor haar rekening nemen, dan mogen die meegenomen worden om aan een totaal bedrag van 5.000 euro subsidie te komen.
Tips:
- De subsidie geldt expliciet voor uitgaven die gedaan worden ten behoeve van de amateursport voor de lokale gebruikers.
- Investeringen in sportmateriaal en accommodatie die worden gedaan binnen een kalenderjaar mogen bij elkaar worden opgeteld. Spaar dus alle facturen van investeringen op om tot de subsidiegrens van 5.000 euro te komen.
- Onder sportmateriaal verstaat de belastingdienst alle materialen die bijdragen aan de sportbeoefening.
- Ook exploitatiekosten die gefactureerd worden en die direct betrekking hebben op de activiteit (bijvoorbeeld inhuur van extern personeel voor onderhoud) komen in aanmerking voor subsidie.
- Let op de tijdsplanning van je investeringen. Wellicht is het voordelig om een investering naar voren of naar achteren te schuiven zodat in dat kalenderjaar de minimale subsidiegrens van 5.000 euro bereikt wordt.
- Horeca gerelateerde zaken komt niet in aanmerking voor de regeling.
Let op: de hierboven uitgewerkte cases zijn voorbeelden. Ze geven een algemeen beeld, maar zeggen niets over specifieke gevallen. Voor een vragen over jouw vereniging kun je contact opnemen met DUS-I via 070 3405566 of advies inwinnen bij een belastingadviseur.
De aankomende btw-sportvrijstelling geldt alleen voor organisaties of stichtingen die geen winst beogen. Deze is niet van toepassing op bijvoorbeeld zwembaden die als winst beogend worden gezien. Of een accommodatie als winst beogend wordt gezien, hangt af van de lokale feiten en omstandigheden en kan in iedere situatie anders uitpakken. Aan de informatie in dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.