Tijdens het laatste deel van het KNLTB Jaarcongres was het podium voor prinses Laurentien en Berend Rubingh, management-consultant en geestelijk vader van de Back2Basics-filosofie voor sportverenigingen, waarover hij onlangs een tweede boek uitbracht. De prinses deelde vanuit haar werk voor de Missing Chapter Foundation, die stimuleert dat kinderen op een gelijkwaardig niveau meedenken en -praten over maatschappelijke kwesties, haar visie op de jeugd binnen de Nederlandse tennisverenigingen.
‘Beschouw kinderen als gelijke, luister oprecht’
De prinses was vroeger een fervent tennisser en is onlangs weer begonnen met les. Vanuit die voorliefde en het ietwat romantische beeld van de tennishistorie en de sterren die zijn als kind op de voet volgde, draagt ze de sport nog steeds een warm hart toe. “Maar tijden zijn wel veranderd”, stelde ze. “De maatschappij is anders en de positie van kinderen daarin ook.” De missie van de Foundation is om volwassenen te doen inzien dat betrokkenheid van kinderen bij besluitvorming niet zozeer leuk is voor de kinderen, maar de volwassenen juist kan helpen. Dat is echter alleen mogelijk als de kinderen op gelijk niveau met de volwassenen aan tafel zitten en er ook werkelijk naar hun visie wordt geluisterd. “Kinderen hebben grote verbeeldingskracht en zijn in staat vragen te stellen die mensen op een ander spoor kunnen zetten. We werken het meest met kinderen van tussen de 9 en de 12 jaar. Je moet de kinderen op juiste plek ‘treffen’, hun nieuwsgierigheid aanwakkeren en ze motiveren. Lukt dat, dan heb je ze, dan zijn ze geboeid! En vervolgens moet je ze betrekken, oprecht luisteren naar hun unieke kijk op dingen.”
Op die manier kunnen tennisverenigingen ook profiteren van de inbreng van jeugd. Dat betekent wel dat je als club moet beginnen met een duidelijke hulpvraag, zo stelt de prinses. Waar kom je niet uit? “En dan moet je als club wel bereid te zijn te accepteren dat kinderen wellicht met een heel eigen, ander idee gaan komen, waar je de uitkomst niet precies van weet.” De prinses adviseert clubbestuurders moeite te doen om het principe los te laten dat je alleen zelf het antwoord op kwesties hebt. Bovendien is het zaak het gesprek met de kinderen gaande te houden, het overleg te verankeren in het clubbeleid. “Doe het niet vrijblijvend, doe het echt samen. Vraag je de kinderen wel naar hun mening maar doe je er niks mee, dan strandt het. Je moet echt samen met de kinderen willen gaan organiseren en dan kan er alleen maar heel veel positieve energie loskomen.”
‘Verenigen, verbinden zit in de mens’
Berend Rubingh sloot de dag af. Hij heeft zich naar eigen zeggen de afgelopen jaren bekwaamd in een nieuw vakgebied: verenigkunde. De vereniging als organisatie en het verenigingsproces verdienen in een tijd van toenemende online en digitale communicatie, extra aandacht, maar is er niet makkelijker op geworden. Misschien moet het verenigingsproces wel opnieuw uitgevonden worden, stelt Rubingh. “De kinderen zijn daarbij inderdaad essentieel!”, sloot hij zaterdag op het podium perfect aan bij het betoog van prinses Laurentien. “We moeten de jeugd betrekken, het moet op termijn hun vereniging worden. Het instituut vereniging blijft ook bij nieuwe generaties wel bestaan, want verenigingen, verbinden zit nu eenmaal in de mens. Maar de nieuwe generatie gaat het wel op zijn eigen manier doen.” In het algemeen moeten verenigingen terug naar de basis om in deze tijd degelijk beleid uit te stippelen. Vragen als ‘Wie zijn we?’ en ‘wat willen we bereiken?’ staan daarbij centraal. “En begin niet door te benoemen wat er allemaal fout gaat, maar benoem vooral wat jullie al goed doen. Verenigingen zijn organisaties met vrijwel alleen vrijwilligers, wat jullie doen is al heel knap!”
Rubingh bracht onlangs het boek ‘Back2Basics: de kracht van verenigen’ uit, waarin zijn verenigkunde en zijn theorieën over verenigen in de huidige tijd zeer gedetailleerd en mede aan de hand van leuke cartoons aan de orde komen. Aan het einde van het Jaarcongres kregen alle verenigingen een unieke tennis-uitgave van het boek mee naar huis.