Het is zover, na een pilot vorig jaar is vorige week donderdag de eerste opleiding padel voor tennisleraren gegeven. In Bergen op Zoom kwamen de eerste tennisleraren samen om zich de stof voor deze nieuwe sport eigen te maken. In de pilot bestond de opleiding nog uit een e-learning-gedeelte en twee lesdagen, maar feeback en evaluatie leerden dat er behoefte was aan meer tijd om te leren over padel. De cursus bestrijkt nu dan ook vier lesdagen. “Men wilde gewoon meer leren en vooral ook het eigen spelniveau verder verhogen.”
Dat padel steeds populairder wordt en dat dus ook steeds meer tennisleraren inzien dat ze er op tijd bij moeten zijn, is geen verrassing meer. Inmiddels zijn op zo’n 50 à 60 locaties padelbanen aangelegd en nog eens 500 tennisparken hebben verregaande interesse. Een opleiding om zo veel mogelijk goede padelleraren op de banen te krijgen, is dan ook geen overbodige luxe. Want lesgeven in padel is iets heel anders dan tennisles geven op een kleiner baantje. Zo veel is de meeste tennisleraren inmiddels wel duidelijk.
Hoger spelniveau
Bovendien hebben bij een nieuwe sport als padel ook de leraren tijd nodig om de sport te leren kennen en er zelf beter in te worden. “En dat is ook een belangrijke reden geweest om het aantal lesdagen te vergroten”, zegt Pieter de Leijer, Accountmanager Padel bij de KNLTB. “Tussen twee lesdagen zitten steeds drie weken. Door het aantal lesdagen te verdubbelen van twee naar vier, hebben de tennisleraren dus ook veel meer tijd om zelf beter te worden, hun spelniveau te verhogen.”
Beoordeling door opleider
Nu de tijd om beter te worden er ruimschoots is, is het vereiste niveau om de zogenoemde proeve van bekwaamheid (PVB) te mogen afleggen, ook wel hoger dan tijdens de pilot. “En of de cursisten het vereiste niveau hebben, is voorlopig ter beoordeling van de opleider”, legt De Leijer uit. “Zeker als het om spelniveau gaat, is daar bij een nieuwe sport als padel nog heel moeilijk een objectieve waarde aan te hangen. Er is nu eenmaal nog geen uitgekristalliseerd stelsel van speelsterktes zoals bij tennis. Daarom bepaalt de opleider na de cursus of iemand voldoende niveau heeft om de PVB, min of meer een slottentamen, af te leggen.”
Maar ook aan het lesgeven worden enkele heel specifieke eisen gesteld. De Leijer: “De cursisten moeten de sport beheersen, maar ook het zogenoemde aanspeelniveau luistert nauw. De omheining van de banen mag bij padel natuurlijk ook in het spel worden betrokken en dat kan veel unieke situaties opleveren. Bij het lesgeven is het dus ook heel belangrijk dat je leerlingen goed kunt aanspelen. Dat is een essentieel element.”
Ambassadeurs van padel
En in het geval van padel is het belang van de theorie uit de e-learning ook niet te onderschatten. “Tennisleraren die deze opleiding doen, zijn direct ook een soort ambassadeurs van padel. De sport is nog in opkomst en sommige leraren werken op verenigingen waar nog geen padelbanen liggen. Er wordt van hen dus niet alleen speltechnische kennis verwacht, maar ze krijgen ook veel vragen over materiaal, kosten, de aanleg van banen en eventueel beschikbare bouwers.”
Padelleraar, beroep van de toekomst
Voorlopig zijn er zes cursussen padel gepland waarop tennisleraren zich kunnen inschrijven, maar het plan is zeker om er in 2018 nog meer op de agenda te zetten. Want de reacties zijn heel positief en de interesse groot. En niet alleen van ervaren tennisleraren. “Natuurlijk richten wij ons nu nog op tennisleraren, maar ook het CIOS geeft deze opleiding. Mensen die studeren aan het CIOS, kunnen ook van daaruit instromen in deze cursus. Een deel van deze studenten is nog heel jong, 18 of 19 jaar. Voor hen is het vak van padelleraar wellicht het beroep van de toekomst. Zij worden straks misschien niet van tennisleraar padelleraar, maar gaan zich direct specialiseren in padel!”
Voorlopig is het echter nog een opleiding voor tennisleraren die hun competenties willen uitbreiden en op tijd mee willen in deze razendsnelle ontwikkeling. Heb jij ook interesse? Lees meer over de opleiding of schrijf je direct in!