Met meer dan 500 verenigingen en ruim 12.500 deelnemers is de Zomer Challenge weer een succes. Het zomerlidmaatschap is een goede manier om mensen kennis te laten maken met tennis en padel. De sporten zijn populair, het aantal tennissers en padellers groeit dit jaar door. Voor het eerst sinds 2015 komt het aantal leden weer boven de 600.000.
Het korte zomerlidmaatschap blijkt opnieuw in trek. Het succes van vorig jaar was aangewakkerd door corona. Tennis en padel waren één van de weinige sporten die veilig beoefend konden worden in de 1.5 meter samenleving. Het was afwachten of de Zomer Challenge dit jaar weer zoveel nieuwe leden zou trekken. Opnieuw schreven ruim 500 verenigingen zich in en namen ruim 12.500 mensen deel. Ruim 40% van de deelnemers blijft lid van de vereniging, blijkt uit eerdere onderzoeken.
Groei
De populariteit van tennis en padel houdt aan. Verenigingen zagen veel nieuwe leden komen, zowel herintreders als beginners in alle leeftijden. Ook padel is bezig met een opmars. Het totaal aantal leden bij de KNLTB verenigingen stijgt dit jaar tot boven de 600.000. Een stijging van 7% ten opzichte van 2020. Hiervan spelen 30.000 leden (ook) padel op de banen bij hun vereniging.
Algemeen directeur Erik Poel is blij met deze ontwikkeling: “Het is fantastisch om te zien hoeveel mensen zijn gaan tennissen, ook dit jaar weer. Een deel hiervan is dus zomerlid, maar het zijn ook veel reguliere nieuwe leden. Jong en oud ontdekt tennis, in alle regio’s zien we de ledenaantallen stijgen. Tennisverenigingen lopen vol, sommige moeten al wachtlijsten inzetten. En padel groeit ook hard. Inmiddels hebben we in Nederland al 215 verenigingen waar je kan tennissen en padellen”.
Het enthousiasme voor de sporten uit zich ook in de grote deelname aan competitie en toernooien. Poel: “Meer dan 27.000 teams staan klaar om te starten in de KNLTB Competitie deze week. Daarnaast zien we dat het aantal toernooien in korte tijd al weer op het niveau van 2019 zit. Verenigingen hebben het goed opgepakt toen wedstrijden spelen weer mocht. Dat geeft aan dat spelers en verenigingen er zin in hebben.”