KNLTB Vlag wapperen wind

Column Erik Poel: 'Clubman'

Ooit was het een vertrouwd beeld op bijna elke tennisclub: de aanwezigheid van een echte clubtrainer. Ik herinner mij de trainer op mijn eigen club; een man die er altijd was, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Hij was niet alleen degene die alle trainingen verzorgde, hij organiseerde ook de toernooien, zorgde dat alles op de baan goed verliep. Vaak was zo’n clubtrainer zijn hele leven aan één en dezelfde club verbonden.

Die tijd is niet meer. De trainer van nu is vaak een professional die meerdere clubs onder zijn hoede heeft, en die zeker niet meer de hele dag op een club te vinden is. Kortom: het is zakelijker geworden. Dat is niet iets om sentimenteel over te doen, dat is gewoon de realiteit. En de realiteit is ook dat wij daar als KNLTB in mee gaan. Daarmee bedoel ik dat wij de huidige rol van de trainer ook serieus nemen en hem als professional behandelen.

Daaraan heeft het in het verleden wel geschort, eerlijk gezegd. Wij hadden voor de trainer een afdeling genaamd ‘beroepsopleiding’. Oftewel: we leidden de trainer op, en lieten hem daarna los. Dat is best gek, want die trainer staat vervolgens wel 35 jaar op de baan. Waarbij zijn rol op de club van immens belang is. Hij is vaak het eerste aanspreekpunt, hij is degene die tennissers inspireert en beter maakt; hij is de onmisbare schakel tussen club en speler. Van de trainer wordt veel verwacht. Hij werkt hard, er ligt veel op zijn bordje.

Daar zijn wij ons heel goed van bewust. En juist daarom hebben we het opleidingssysteem een aantal jaren geleden op de schop genomen. De eerder genoemde afdeling heet nu ‘Tennisleraren’. We hebben het systeem van permanente ontwikkeling ingevoerd, waarbij trainers jaarlijks hun opleidingspunten moeten verdienen om hun licentie te behouden. Zo’n systeem is in veel beroepsgroepen heel normaal, maar het riep in het begin best wat weerstand op. Inmiddels merken we dat verreweg de meeste trainers de meerwaarde ervan zien en erkennen.

Juist omdat de trainer het uithangbord voor de club is, besteden we in de opleiding niet alleen aandacht aan de technische vaardigheden, maar ook aan zijn communicatieve en managementvaardigheden. Daarnaast organiseren we jaarlijks het trainerscongres. Vorige maand waren in Nieuwegein maar liefst ruim 1.200 trainers present. Dit is hiermee het grootste sportcongres van Nederland, een unieke bijeenkomst met sterke inhoudelijke sessies. Het is ook de ontmoetingsplek waar trainers onderling kunnen bijpraten, elkaar enthousiasmeren en inspireren. Ook onze accountmanagers spannen zich in om de rol van de trainers op de club te vergroten en om de band tussen de twee cruciale schakels op de club - de bestuurders en de trainers - te versterken. Zij benadrukken de positie van de trainer bij het bestuur en halen de trainer erbij als bepaalde onderwerpen aan bod komen.  Ook is er een plek voor de trainers gereserveerd in de nieuwe overlegvorm die in tennissend Nederland is geïntroduceerd, de kringen.

Al is de trainer van nu misschien niet meer de clubman van weleer, wij doen er alles aan om een hechte band te smeden tussen trainer en club. Waarbij de trainer een gewaardeerde professional is, die zorgt voor optimaal spelplezier. Zo kan de trainer de clubs en tennis in Nederland in zijn totaliteit echt sterker maken.

Column

Erik Poel
Algemeen Directeur KNLTB